geschiedenis

Geschiedenis van De Bilt

Het ontstaan van De Bilt voert terug naar de 12e eeuw en hangt samen met de afdamming van de Kromme Rijn in 1122. De steeds terugkerende overstromingen van deze rivier hadden het gebied moerassig en ontoegankelijk gemaakt. De afdamming hiervan door Bisschop Godebald van het klooster Oostbroek maakte de ontginning van het gebied mogelijk.

Interessant is dat in 1113 in geschriften de naam Ludolf van Affligem opduikt, een Vlaamse monnik die abt was van dit klooster. 1113 wordt dan ook gezien als het symbolische begin van de ontwikkeling van de gemeente De Bilt.

In 1122 bevestigt Keizerin Mathilde, echtgenoot van Keizer Hendrik V, het klooster formeel in haar rechten. De ontginning van het omringende moerasgebied kreeg verder vorm. 14 maart wordt in de De Bilt beschouwd als Mathilde-dag.

In 1640 werd De Biltsche Grift aangelegd, een waterweg van Utrecht naar Zeist. Door de verkoop van stukken grond door de Staten van Utrecht konden vermogende burgers hier buitenplaatsen bouwen. De Bilt gold als doorgangsplaats vanuit het oosten naar Utrecht, waardoor er vroeger aan de Dorpsstraat veel herbergen en ambachten waren.

In de afgelopen 900 jaar is De Bilt met haar zes nauw verbonden dorpskernen verder vormgegeven.